De vraag naar zalm zit in de lift, maar jammer genoeg zijn er maar weinig plekken waar de omstandigheden geschikt zijn voor de conventionele kweek in open netkooien. Hierdoor kiezen steeds meer bedrijven ervoor om binneninstallaties op te zetten. Daar kunnen ze in theorie de ideale kweekomstandigheden creëren, zelfs op plaatsen ver buiten het natuurlijke leefgebied van de soort.
Hoewel er op dat vlak al heel wat vooruitgang is geboekt, staan landgebaseerde zalmkwekers nog steeds voor een aantal belangrijke uitdagingen, waaronder zeker ook de vraag hoe ze winstgevend kunnen worden.
De evolutie van een idee
Zalm kweken in gesloten faciliteiten op het land – meestal zijn dat ronde tanks in grote, magazijnachtige gebouwen – is een concept dat het voorbije decennium flink aan populariteit heeft gewonnen en waarin steeds meer geïnvesteerd wordt.
In een tijdperk waarin het milieu instabiel is, is het aantrekkelijk om vis te kweken in tanks waarin alle parameters – zoals de watertemperatuur, de pH-waarde en het zuurstofniveau – optimaal kunnen worden ingesteld. De zalm wordt er ook beschermd tegen roofdieren en parasieten. Bovendien kunnen noch de vissen noch hun afval ontsnappen in zee. Op die manier wordt de impact van de kwekerij op het mariene milieu geminimaliseerd.
Een groot voordeel is wel dat landgebaseerde zalmkwekerijen overal ter wereld gecreëerd kunnen worden, zelfs in tropische klimaten en op locaties ver van de oceaan, waar de soort anders nooit zou kunnen overleven. Dit in tegenstelling tot de conventionele zalmkweek, die enkel mogelijk is in landen met de juiste natuurlijke omstandigheden, zoals Noorwegen, Chili en Schotland. Landgebaseerde kwekerijen liggen vaak dicht bij stedelijke gebieden, waar de vraag naar zalm groot is.
Indoor aquacultuur bestaat al decennialang, maar vanwege de hoge kosten van de bouw en de exploitatie van deze installaties, werd de technologie vooral gebruikt voor de jonge stadia van de levenscyclus van zalm. Na de smoltificatie – het proces waarbij de jonge zalmen zich voorbereiden op de migratie van zoet naar zout water – worden de smolts traditioneel overgebracht naar netkooien in zee. In de nieuwe generatie landgebaseerde faciliteiten kunnen de zalmen echter tot marktrijp formaat – idealiter rond de vijf kilogram – onder hetzelfde dak opgroeien.
Qua technologie worden landgebaseerde zalmkwekerijen doorgaans ingedeeld in recirculerende aquacultuursystemen (RAS), waarbij het grootste deel van het water wordt hergebruikt, en doorstroomsystemen, waarbij constant zeewater in de tanks wordt gepompt, gefilterd en teruggevoerd naar de oceaan.
Toonaangevende spelers in de industrie
Vandaag wordt Atlantische zalm wereldwijd tot marktrijp formaat gekweekt in landgebaseerde faciliteiten – van China en Saoedi-Arabië tot Japan.
Een van ’s werelds bekendste landgebaseerde zalmkwekerijen bevindt zich in de buurt van Miami, Florida. Deze wordt geëxploiteerd door Atlantic Sapphire, een bedrijf met de ambitie om jaarlijks 200.000 ton zalm te kweken. Hoewel het bedrijf nog maar 5.000 ton per jaar heeft kunnen oogsten, blijft het zich inzetten en gelooft het dat de uitdagingen tijdens de beginjaren waardevolle lessen hebben opgeleverd.
In Europa heeft Noorwegen de meeste landgebaseerde zalmkwekerijen. Volgens Pittman Seafoods is een van de meest veelbelovende Salmon Evolution. Het bedrijf maakt gebruik van een hybride RAS-/doorstroomsysteem dat veel potentieel toont. Niet alleen presteert hun systeem beter dan pure RAS-faciliteiten, in het eerste kwartaal van 2024 zette het ook veel sterkere resultaten neer dan veel beursgenoteerde conventionele zalmkwekers. Dat wijst erop dat dergelijke hybride systemen op lange termijn economisch levensvatbaar kunnen zijn.
Onlangs bezocht het team van Pittman Seafoods de kwekerij van Salmon Evolution. Het team was behoorlijk onder de indruk en concludeerde: “Er bestaat nu geen twijfel meer over of landgebaseerde zalmkweek werkt – zowel operationeel als financieel.” Anderen delen duidelijk deze mening, aangezien er momenteel vergelijkbare doorstroomsystemen in Noorwegen en IJsland in aanbouw zijn, door bedrijven zoals Andfjord en GeoSalmo. Veel industrieanalisten zien deze systemen als een van de meest veelbelovende manieren om de zalmproductie uit te breiden. Toch zal het nog een hele tijd duren voordat landgebaseerde systemen kunnen concurreren met de jaarlijkse 1,2 miljoen ton zalm die de conventionele Noorse kwekers jaarlijks produceren.
Kan landgebaseerde zalm een significante impact hebben op de markt?
Landgebaseerde zalm is nu misschien nog een niche, maar aangezien de kosten van zalmproductie op zee toenemen door de klimaatverandering, voorspellen veel investeerders dat de productiekosten binnen een decennium vergelijkbaar zullen zijn met die van conventioneel gekweekte zalm. Intussen proberen sommige producenten een premiumprijs te vragen. Die rechtvaardigen ze door zichzelf te positioneren als een duurzaam alternatief voor conventioneel gekweekte zalm.
Of deze alternatieven daadwerkelijk duurzamer zijn, is echter voer voor discussie. Critici wijzen op het hoge energieverbruik en incidentele massale sterfte. Aan de andere kant kunnen landgebaseerde kwekers al het visafval opvangen en hergebruiken. Bovendien is de kans dat er zalm ontsnapt en zich voortplant met wilde populaties nagenoeg nihil. Dat is een belangrijk voordeel voor de bescherming van kostbare wilde zalmbestanden.
Wat de technologische mogelijkheden betreft, lijken doorstroomsystemen momenteel veelbelovender dan RAS. Waarschijnlijk zullen deze systemen, die helpen te voldoen aan de groeiende vraag naar Europa’s favoriete gekweekte vis, beperkt blijven tot regio’s waar traditionele zalmkweek wordt toegepast, vanwege de nood aan grote hoeveelheden koud en schoon zeewater.
Hoewel Pittman Seafoods zal blijven samenwerken met traditionele netkooikwekers, is het spannend om te zien dat deze volumes nu kunnen worden aangevuld door een nieuwe generatie hightechkwekers. Dat zorgt voor een stabiele aanvoer van zalm, zowel vanaf het land als vanuit de zee.
Comments